Bij Wryter hebben we een Masterclass Schrijven ontwikkeld. In de Masterclass kom je er in 12 weken achter hoe je van begin tot eind een boek schrijft. We doen dat volgens de methode van de Reis van de Held.
Deze beproefde methode van de Amerikaanse literatuurwetenschapper Joseph Campbell is de basis van geweldige verhalen. Van Star Wars tot Notting Hill en van de Millennium Trilogie tot The Hobbit.
Doe je mee? De Ontmoeting met de Mentor rond fase 1 van de Reis van de Held af. Je Held kan een Mentor nodig hebben. Iemand die je Held adviseert over te nemen stappen.
Je kunt ook een valse Mentor opvoeren. Eentje die je Held verraadt. Mooie voorbeelden van Mentoren zijn Obi-Wan Kenobi in Star Wars en Spike uit Notting Hill.
Aristoteles en Deus ex Machina
Je kent die verhalen vast wel waarbij het einde plompverloren komt en je overvalt met een buitenaardse of goddelijke kracht die de hoofdpersonen redt van gewisse dood.
Frustrerende verhalen, want waarom leidt de schrijver zijn hoofdpersonen door vele beproevingen, pijn, leed en angstige momenten als ze toch gered worden door God zelf? We noemen dit literaire vehikel “Deus ex Machina”. De meeste schrijfexperts zullen je aanraden er ver uit de buurt te blijven omdat het uitermate onbevredigend is voor je lezers.
Wat is Deus ex Machina?
Deus ex Machina betekent “God uit de Machine”. Het is het punt in je verhaal waar je een goddelijk karakter, een personage met bovennatuurlijke krachten, of een superwapen introduceert bij de ontknoping om het conflict voor eens en voor altijd op te lossen.
Wat Deus ex Machina niet is
Het is geen plotwending. Je kunt het niet even je verhaal in kwakken om te voorkomen dat je lezers raden hoe je belangrijkste conflict naar een hoogtepunt gaat. Het zegt je lezers alleen dat het conflict onoplosbaar, of hopeloos, is en jij als schrijver niet creatief genoeg bent om je hoofdpersonen uit de shit te redden.
De slechtste Deus ex Machina’s zijn slotscènes die laten zien dat het “allemaal een droom” was. “Goede Tijden, Slechte Tijden” heeft er gebruik van gemaakt bij de terugkeer van Arnie Alberts, evenals “Dallas”, waarin de overleden Bobby Ewing ineens springlevend bleek te zijn.
Als iets, of iemand, anders dan je hoofdpersoon een flat laat instorten op de slechterik in de apotheose van je verhaal, gaan je lezers snuiven en puffen, Het is gedaan met je geloofwaardigheid als schrijver.
Tenzij je die flat eerder in je verhaal hebt laten saboteren of zo. Dat ondermijnt echter het uitgangspunt van Deus ex Machina, wat van nature een plotselinge en onverwachte wending van gebeurtenissen is.
Maar…, soms komt de schrijver ermee weg
Denk aan de film “The Matrix Revolutions”. Het Sentinelleger staat op het punt Zion te vernietigen als Neo naar Machinestad reist om de Godachtige computer om vrede te vragen. De computer stemt toe en stopt de aanval. En wat is de naam van de computer? Deus ex Machina. Toevallige bijkomstigheid? Ik denk het niet.
Een perfect voorbeeld van een werkende Deus ex Machina is “De Beproeving” van Stephen King. Het zijn honderden pagina’s karakterontwikkelingen en plotwendingen waardoor je je afvraagt hoe de ‘goeden’ kunnen winnen. Dan steekt God letterlijk zijn hand uit de hemel en laat een kernraket ontploffen om de hele gemeenschap van ‘slechten’ weg te vagen.
Deus ex Machina werkt in “De Beproeving” vanwege de subtiele insinuatie dat ‘God’ achter hen staat. Elk hoofdpersonage twijfelt serieus of dit echt of mogelijk is, maar ze gaan ervoor omdat ze weten dat er geen alternatief is.
In feite offeren de ‘goeden’ zichzelf op als de “Hand van God” uit de hemel komt. De ontploffing stelt de lezers tevreden omdat slechts één karakter geloofde dat dit het hoogtepunt zou zijn van maanden voorbereiding en hard werken om deze plaats / fase te bereiken. En zij stierf ruim voor het einde.
Shakespeare
Zelfs Shakespeare heeft Deus ex Machina gebruikt. “Naar het u bevalt” (As You Like It) heeft een Deus ex Machina met een absurde conclusie. Hertog Frederick, de schurk, ontmoet een religieuze man en geeft plotseling zijn macht op om een vredelievend mens te worden.
Is Deus ex Machina “Persona Non Grata” in fictie? De meeste mensen zouden zeggen: “Ja.” Maar misschien kun je een verhaal schrijven met een Deus ex Machina zoals Stephen King deed.
Bond-films gebruiken Deus ex Machina om Bond uit de problemen te halen en we knipperen niet één keer met onze ogen. Soms tovert Bond een nieuw wapen uit de hoge hoed dat zijn leven redt, terwijl de kijker op voorhand van niks weet. We accepteren het alleen omdat het Bond is en hij alle gave Q-snufjes heeft.
Ferrari-Verhalen
Je kunt de allerbeste verhalenverteller ter wereld zijn, als het verhaal saai is, haakt iedereen af. Dat is waar het fenomeen plot om de hoek komt kijken.
Het plot is een reeks gebeurtenissen in je verhaal. Als schrijver is het jouw taak om die gebeurtenissen in een zodanige volgorde te zetten dat ze een sterke reactie bij je lezers oproepen. Lijkt simpel? Geloof me, voor veel schrijvers is makkelijker gezegd dan gedaan.
In week 4 van de Masterclass Schrijven 2.0 gaan we dieper in op het plot. We kijken naar essentiële onderdelen van een goed plot en de kunst van verhalen vertellen. Marlen en Edwin voeren er een mooi gesprek over.
Leren over plot en verhaal is onvolledig als we structuur buiten beschouwing laten. Als schrijver moet je het verschil tussen plot, structuur en verhaal begrijpen. ‘Plot’ is wat er gebeurt. Het zijn de gebeurtenissen, niet noodzakelijkerwijs op volgorde, in je verhaal.
Zodra je het plot hebt, kun je een structuur opzetten. Dan ga je scènes schrappen, herschrijven en opnieuw rangschikken totdat je de ideale structuur hebt uitgedokterd, want de ‘structuur’ van je verhaal is de volgorde van de gebeurtenissen.
Je ‘verhaal’ gaat echt leven als je het ‘waarom’ en ‘hoe’ erdoorheen mixt om drama, thema en emotie te onthullen. Verhaal is hoe je de leeservaring beïnvloedt. Verhaal bepaalt het verschil tussen een Ferrari of een Lada.
Je Plot
Je kunt de hoofdlijnen van je verhaal neerzetten en dan je eerste versie schrijven (je werkt vanuit plot), of je kunt je eerste versie schrijven en daarna de hoofdlijnen neerzetten (je werkt vanuit versies).
Zonder hoofdlijnen en/of een eerste versie blijf je structuurloos. Je moet begrijpen waar elke scène over gaat. Jij moet het aantal woorden, de personages, de locatie en nog veel meer kennen voordat je weet wat je er precies aan hebt en aan je structuur kunt werken. Plot is slechts het begin.
Structuur
Veel van jullie zijn bekend met de verhaallijn in drie akten. Ferrari-Verhalen hebben belangrijke plotgebeurtenissen. Lezers vreten ze met huid en haar. In zo’n verhaal moeten belangrijke plotgebeurtenissen op het perfecte moment gebeuren.
Zodra je jouw plot hebt, ga je uitzoeken hoe je plot in je verhaal past. Zo creëer je het verhaal dat je écht wilt vertellen. Nu ga je scènes herindelen en de structuur van je verhaal creëren. Er zit altijd een bepaalde vrijheid in je verhaal om te schuiven met scènes.
13 Tips om je bestseller te plotten
Elk ‘schrijfwerk’ komt voort uit minimaal één idee. Daarna ga je een plot verzinnen. Elke schrijver droomt over de kanjer van een plot die hem een bestseller oplevert.
Het plotten van een boek begint vaak als aantekening op een bierviltje. Als je boek af is, is het een web waarin alles gerangschikt is volgens jouw logica. Een plot(twist) moet altijd in dienst staan van het verhaal of de personages, niet andersom.
Hou de volgende basisregels bij het plotten in gedachten.
1. Je plot is jouw keuze in hoe je het verhaal wilt vertellen.
Plot is veel meer dan het verloop van je verhaal vertellen. Via je plot laat je de progressie van karakters zien. Dat kan een fysiek doel zijn, maar ook de vervulling van een verlangen. Je plot is een avontuur en moet stevig in elkaar zitten. Elke zin van je boek moet noodzaak zijn.
2. Je plot moet passen bij je hoofdpersonen.
Je zet Daniel Cleaver uit Bridget Jones niet in een sentimenteel verhaal over een mislukte relaties. Tenzij je dit kunt gebruiken in je verhaal. Zoek het juiste karakter bij elk plot. Forceer plot en karakter niet om samen te werken. Het is beter om ze elkaar te laten beïnvloeden. Dat maakt je verhaal sterker.
3. Bouw je plot op als een opeenvolging van heibel.
Lezers willen iets meemaken. Ze zoeken spanning en sensatie. Scènes zonder bonje zijn saai. Je hoeft niet in elke scène een bom te laten ontploffen, maar zorg dat er iets verandert in het leven van een van je personages.
4. Je held moet een paar keer falen.
In de beste verhalen slaagt de hoofdpersoon zeker niet in het begin, en soms zelfs niet op het einde van zijn avontuur. Wek de schijn van succes op bij je lezers en help dat succes om zeep met een plotwending die niemand ziet aankomen. Lezers blijven doorlezen als alles fout gaat voor je protagonist.
5. Besteed net zoveel aandacht aan je antagonist als aan je hoofdpersoon.
Hiermee bedoel ik dat het verhaal van je hoofdpersoon zo interessant is als de antagonist het maakt. Superman of Spiderman tegen Calimero is oninteressant. Je antagonist is de voornaamste bron van heibel in je verhaal, omdat hij een ander doel heeft dan je hoofdpersoon. Dit is de reden dat ze lijnrecht tegenover elkaar staan.
6. Lezers kicken op verrassing.
Gooi alle remmen los. Gebruik plottwisten, wees ondeugend, gemeen en fel. Verraste lezers praten over je boek en maken er graag promotie voor.
7. Toeval is dodelijk.
Lezers hebben een bloedhekel aan toeval. Natuurlijk gebeurt er wel eens iets toevalligs in het echte leven. In je boek lijkt het de makkelijke oplossing voor de luie (of erger nog: de inspiratieloze) schrijver. Lezers knappen er op af, geloof me.
8. Heibel is innerlijk, persoonlijk, of komt van buiten
Alles wat je karakters uitspoken heeft gevolgen en levert soms spectaculaire situaties op. Neem ook de persoonlijke conflicten van Luke Skywalker mee, zeker als hij ontdekt dat Darth Vader zijn vader is. Dan wordt het innerlijk. Brei deze vormen van conflict op een natuurlijke wijze in je verhaal en je schrijft een boek dat alles in zich heeft om een bestseller te worden.
9. Pas je het personage aan, of je plot?
Een plot volgt je personages en je ruimte. Je kunt er achter komen dat je je ideeën over personages en ruimte moet aanpassen. Soms kun je beter je plot aanpassen dan je personage.
10. Zoek naar tragische belevenissen
Tragiek vormt hoogtepunten in je boek. Schrijf van hoogtepunt naar hoogtepunt. Zorg dat ze op de juiste momenten vallen: op 1/3 van je verhaal, of op 4/5. Maak er een spanningsschema voor. Schrijf de rest van je verhaal rondom je tragische belevenissen: schrijf er naartoe.
11. Tragische belevenissen werken op verschillende manieren.
Ze zijn van belang voor je verhaal en personages én beïnvloeden je andere personages en hun belevenissen. Bij de meest dramatische hoogtepunten komt alles bij elkaar en beïnvloedt alles en iedereen.
12. Volg je intuïtie en buikgevoel. Meestal leiden ze je in de juiste richting.
13.Twijfel
Als je twijfelt bij een tweedeling in je verhaal, schrijf dan in hoofdlijnen op hoe je verhaal in beide richtingen verder zou kunnen gaan. Kies voor de sterkste, meest bijzondere variant. Schrijven is doen. De Zoom-sessies in de Masterclass zijn voor de meeste deelnemers een enorme stimulans om door te schrijven.
Dan nog even over outlinen
Er zijn schrijvers die een schema en vele pagina’s aantekeningen maken. Jeroen Windmeijer is er zo één. En je hebt schrijvers die gewoon gaan zitten en schrijven, zoals Stephen King.
In het kort schets ik je hier de voor- en nadelen:
- Een hoofdstukindeling maken wordt vaak ingegeven door je werkwijze en je genre: schrijf je naar plot, of volg je personages?
- Als je schrijft vanuit je personages dan kun je ontdekken wat ze in de loop van je verhaal gaan doen.
- Je kunt ook een outline schrijven tijdens het schrijven van je verhaal, of als je het af hebt. Dan krijg je duidelijk wat je precies gedaan hebt, waar je verhaal naartoe gaat en welke zwakke punten er in zitten.
- Je kunt ook mogelijke lezersreacties opschrijven. Schrijf ze op voor de verschillende fases van je boek.
- Zonder outline kom je ook een heel end. Je kunt een Google Maps kaart gebruiken of je personages neerzetten en hun relaties, gevoelens en handelingen in kleuren intekenen.
- Een derde methode is het tijdverloop. Teken een balk met de tijd die je verhaal in beslag neemt. Teken in hoe je personages met elkaar te maken hebben.
- Geef bij je plotwerk aan wat je kunt overslaan. Achtergronden die je vaag kunt houden, bijfiguren, of verhaallijnen die je met een enkele penseelstreken kunt optekenen.
- Als je met een outline werkt, laat die dan onzichtbaar blijven in je verhaal.
Gebruik deze checklist voor een perfecte plottwist
Plotwendingen zijn geweldig om je lezer op het puntje van de stoel te houden. Zorg ervoor dat ze werken aan de hand van de volgende 4 checks.
1. Heb je hints gegeven?
Een plottwist moet aanvoelen als een puzzel waarvan je het laatste stukje vindt. Anders dendert een plotwending plompverloren je verhaal binnen.
2. Klopt het doel van je plotwending?
Het doel van je plottwist moet altijd zijn: de stukjes van de onverwachte puzzel in elkaar passen. Als lezers in de war raken, schiet je je doel voorbij.
3. Investeer voor je omkeert
Wil een afrekening indruk maken, dan moet je lezer in je personages hebben geïnvesteerd. Pas dan krijgt een plotwending impact. Bijvoorbeeld het moment dat de deur van de cel opengaat en modelgevangene Andy Dufresne op onverklaarbare wijze is verdwenen (The Shawshank Redemption).
4. Zorg dat de plottwist bij je personage en/of het verhaal past
Je moet ervoor zorgen dat de puzzelstukjes passen en dat je lezers in je personage hebben geïnvesteerd voordat je een plottwist in gang kan zetten. Let erop dat die puzzelstukjes goed in je verhaal passen. Bewaak de logica.
Zodra iets geforceerd overkomt op de lezers, haken ze af. Voor jouw boek tien betere boeken, denken ze dan. Dus als je gaat plotten, neem het serieus.
Subplots: 7 Methoden om je boek te verblijden met geweldige Subplots
De beste auteurs weten dat een groot deel van het succes van een boek afhangt van het samenspel van plot en subplot. Als je plot uitdooft, of als je verhaal eentonig wordt, dan kan een goed subplot precies dat zijn waarmee je complexiteit en spanning toevoegt waar je lezers naar hunkeren.
Beschouw subplots als een reeks (korte) verhalen die je belangrijkste plot ondersteunt en/of aanstuurt. Met subplots (en de bijfiguren die ze bevolken) kun je:
- Stappen zetten in je verhaal
- Krachten ontketenen die je belangrijkste personages corrumperen, laten groeien, winnen of verliezen
- Informatie onthullen aan, of over, een van je hoofdpersonen
- De actie in een andere richting draaien, een plotwending veroorzaken
- Je verhaal versnellen of vertragen
- Een bepaalde stemming opwekken: dreiging, seksueel, medeleven, triomf
- Gaten of andere problemen oplossen in je hoofdplot
- Een morele les toevoegen, of juist aan het moreel of de moraal twijfelen
Subplots maken je hoofdplot realistisch door als golfbreker de functioneren. Het leven zelf gaat ook niet in één flitsende beweging vooruit. Lezers verwachten geen doorlopende verhalen. Ze verwachten hobbels, problemen, gevaar en vreugde.
Zodra je een subplot gaat zien als materiaal om in je hoofdplot te schrijven, wordt het makkelijker om de lijnen afzonderlijk te zien en om er vol zelfvertrouwen mee om te gaan.
Subplots schrijven
Het is handig om je subplots zo volledig mogelijk uit te werken voordat je ze in je hoofdplot integreert. Mij lukt dat zelden, meestal komt een subplot pas binnendrijven als het hoofdplot goed onderweg is.
Begin met je af te vragen: wat wil ik met dit subplot bereiken? Voor de meeste schrijvers dienen subplots om het leven van personages moeilijk te maken. In mijn boek “25” werk ik toe naar een arrestatie. Op dat moment wordt echter iemand anders gearresteerd dan de lezer denkt.
Het is geen toeval dat veel personages een subplot vertegenwoordigen. Vaak is de beste manier om te brainstormen over subplots door te brainstormen over karakters die je hoofdplot én subplot kunnen vullen en voortstuwen. Als je dit hebt gedaan, kun je subplots vaak min of meer opeenvolgend uitschrijven.
Bouw je boek scène voor scène
Als je wilt leren hoe je een verhaal moet schrijven, maar nog niet klaar bent om 10.000 woorden per week te schrijven, dan is deze Masterclass voor jou. Je leert in interessante stappen een boek te bouwen. Je kunt eindelijk het boek gaan schrijven waarvan je altijd hebt gezegd dat je het wil schrijven.
1. Het geïsoleerde stuk
Te veel aspirant-auteurs vinden dat ze deze techniek niet zouden moeten gebruiken, omdat ze te eenvoudig lijkt. Wees gerust, geweldige auteurs hebben deze techniek effectief gebruikt voor bepaalde subplots.
Mark Twain schreef de roman “De Avonturen van Huckleberry Finn” opzettelijk als een picaresk, wat een reisverhaal is waarin elke scène effect heeft op de Held. Hierdoor rijpt de Held rijpt (in dit geval) van jongen tot man. Tegelijkertijd dienen de scènes vaak om de hypocrisie van een bepaalde tijd op de hak te nemen.
Als je een subplot hebt dat op dezelfde manier kan werken als een zijstap voor je hoofdpersonage, is er geen reden waarom je deze techniek niet kunt gebruiken.
2. De zwaluwstaart
Als je spanning wilt creëren die de moeite waard is, probeer dan twee parallelle plots te lanceren en ze samen te laten komen. Zwaluwstaartverhalen starten met één hoofdplot en beginnen nadat het verhaal op gang is met een compleet ander verhaal. De lezer vraagt zich natuurlijk af wat ze met elkaar te maken hebben.
Dat zorgt voor spanning. Even lijkt het alsof de twee actielijnen volledig van elkaar gescheiden lopen. Uiteindelijk komen ze bij elkaar, wat de verwachting van de lezer verhoogt. Daarna haken ze in elkaar. Dit zorgt voor extra tevredenheid bij de lezer.
Door af te wisselen tussen twee parallelle plots, convergeren je personages en hun verhalen ergens in je verhaal. Dat wil zeggen, er is een stukje verhaal dat ze met elkaar delen.
3. De parallelle lijn
Je kunt een subplot schrijven dat nooit de hoofdplot raakt. Een goed voorbeeld van een parallelplot is de kat-en-muisklassieker van Frederick Forsyth, “De Dag van de Jakhals”. Aan het begin van de roman ontmoeten we de Jakhals die onderhandelt over een moord.
Al snel zien we dat de politie zich bewust wordt van een samenzwering. Vanaf dat moment flitst Forsyth heen en weer tussen de Jakhals en politie-inspecteur Lebel. Het resultaat is superspannend. Schakel zo gelijkmatig mogelijk tussen de verhalen; dit zal hun symmetrische / diametrische aard benadrukken.
4. Erin en Eruit
Harper Lee vertelt “Spaar de Spotvogel” in de Eerste Persoon. De verteller is Scout Finch. Het hoofdplot concentreert zich op haar vader en zijn reis in de rechtszaal. De personages die die subplots bevolken, duiken in en uit Scouts leven op een interessante manier. Elk incident is een kort verhaal op zich.
Laat je subplots naar believen in- en uittreden. Je kunt bijvoorbeeld een Mentor meenemen, hem wat advies laten geven en vervolgens op een reis sturen die niets met je verhaal te maken heeft. Hij komt terug in het zevende hoofdstuk en is weer beschikbaar voor overleg met je Held.
5. De boekensteun
Lezers worden graag verrast. Als je een subplot vroeg introduceert, laat het dan met rust totdat je het tegen het einde opgelost hebt. Je lezers zullen in de wolken zijn.
Dit is een variatie op het geïsoleerde stuk: schrijf twee stukken en voeg ze in, gescheiden door het grootste deel van het boek. Het is fijn als je ergens in het midden iets van een voorafje geeft.
6. Een brugfiguur
Brugfiguren zijn handig om subplots te ontwikkelen: Verzin een personage dat zo veel mogelijk verschilt van je huidige personages. Iemand die in een aparte wereld woont. Of begin met de twee werelden die je wilt overbruggen en bedenk een personage dat het kan.
7. De aanwijzing
Voor schrijvers van mysterie, spanning of thrillers is het verzinnen van aanwijzingen een grote strategische uitdaging bij subplots. Plant aanwijzingen vroeg en vaak en let op een belangrijk onderscheid: een aanwijzing voor je fictieve speurder is iets anders dan een aanwijzing voor je lezer.
Maak van schrijven een gewoonte
Succesvolle schrijvers maken tijd om te schrijven. Stel je deadline en beschouw hem als heilig. Hou het realistisch en uitvoerbaar en leg je er op vast. Je deadline is heilig.
Schrijvers zijn uitstellers. Het geheim is om dat gewoon te accepteren. In te plannen. Het is onvermijdelijk, voorspelbaar en productief. Terwijl je het schrijven uitstelt, werkt je onderbewustzijn aan je verhaal. Als je verder schrijft, verrast je onderbewustzijn je.
Je logica, technische en historische details moeten kloppen. Geloof me, fouten ga je over horen. Je geloofwaardigheid als auteur hangt af van het vertrouwen van je lezer.
Als je vastzit omdat je de perfecte openingszin niet kunt vinden, ben je niet de enige. In de Masterclass Schrijven 2.0 wijden we een hele module aan het schrijven van de Perfecte Opening. Omdat het onwaarschijnlijk is dat je een belangrijkere zin schrijft dan je eerste.
Je lezer hunkert naar conflict. Spanning is de geheime saus die je lezer tot het einde zal voortstuwen en pagina’s laat omslaan. Suggereer dat er iets gaat komen.
Het Bloedsaaie Midden is het punt waar schrijvers het opgeven en auteurs er nog eens goed voor gaan zitten. Plan het schrijven zo dat je midden net zo waardevol en magnetisch is als je eerste en je laatste hoofdstuk. Dwing jezelf terug naar je structuur.
Besteedt aandacht aan je einde. Neem nooit genoegen met ‘goed genoeg’ alleen omdat jij graag wilt afronden. Trakteer je lezers op de beloning die je ze hebt beloofd. Ze hebben veel tijd in je boek geïnvesteerd. Stel ze tevreden. Als je einde onvoorspelbaar of onverwacht is, moet het eerlijk en logisch zijn. Je wilt je lezers blij maken met je verrassing, niet chagrijnig.
Zelfkritiek zorgt voor groei
Uitgevers zien binnen twee alinea’s of je manuscript het overwegen waard is. Zo steekt de uitgeefwereld in elkaar. Ze weten onmiddellijk hoeveel redactie en herschrijven er nodig is om die eerste pagina’s publicabel te maken. Zorg dat je een kritische zelfredacteur wordt.
Een boek schrijven is knetterveel werk. Als je tot hier hebt doorgelezen, heb je uithoudingsvermogen. Doe het stap voor stap en beloof aan jezelf dat je focust. Wij helpen je graag met Masterclass Schrijven 2.0.
Een eendimensionale handeling is een commissaris die een moordzaak wil oplossen en een moordenaar die dit wil voorkomen. Een multidimensionale handeling is als minstens twee andere mensen de commissaris in de weg staan. Dan heb je meer mogelijkheden voor conflicten en complexere actie. En meer antagonisten is altijd leuker omdat ze elkaar ook in de weg zitten.
5 Manieren om je lezers een verrassing te bezorgen
Lezers vinden een verrassing in een verhaal heerlijk, maar ze zijn fel tegen misleiding en manipulatie. Daarom vijf manieren om je lezer te verrassen zonder trucs of bedrog.
Begroet lezers met humor
Humor is een hulpmiddel dat ik in veel van mijn schrijfwerk gebruik. Het heeft als effect dat de lezer zijn verdediging neerlegt. Humor kan een uitvlucht zijn voor zware scènes in het verhaal. Als de lezer zijn verdediging heeft neergelegd, wordt de impact van de verrassing of de plottwist groter.
Een verhaal dat vanaf het begin donker is (zoals een Gothic Novel), waarschuwt de lezer vooraf dat er nog iets donkerder komt. Een verhaal waarin je met humor welkom wordt geheten, laat niks los richting de lezer.
Met elke verandering van toon en richting bezorg je de lezer een verrassing. De switch in verteltoon moet voor de lezer organisch aanvoelen. Beide tonen moeten deel uitmaken van dezelfde stof. Als je het effectief uitvoert, kan je verrassing aankomen als een mokerslag.
Gebruik expositie om informatie te onthullen
Expositie is informatie. Fictie zit vol informatie. Je personage groeide op in Etten-Leur; ze heeft groene ogen en drie broers; ze is geadopteerd. Hoe en wanneer je ervoor kiest om informatie te onthullen, is cruciaal voor je verrassing, want je loopt het risico manipulatief of, erger nog, voorspelbaar te zijn.
Lezers hebben een hekel aan trucs. Als je eerder een aanwijzing geeft, is het effect krachtig als de lezer ontdekt dat hij iets heeft gemist. Denk aan verhalen als “The Green Mile” en “The Shawshank Redemption” of “The Sixth Sense”.
Verander van perspectief
Meestal is het veranderen van je vertelstandpunt in korte verhalen niet handig met het oog op je plot. Je loopt de kans dat het ten koste gaat van de ontwikkeling van je personages en dat het manipulatief overkomt. Korte verhalen zijn tenslotte kort. Maar in een roman? Probeer maar!
Je hebt vele pagina’s om mee te spelen en te oefenen in een roman of thriller. Daarmee heb je dus meer dan genoeg ruimte om te experimenteren met wisselende perspectieven. Wat het ene personage weet, weet het andere niet. De echte verrassing zit vaak in hoe je het verhaal indeelt.
Als je de film Jaws in omgekeerd chronologische volgorde zou vertellen, zouden er geen verrassingen in zitten. Een film als Pulp Fiction genereert verrassingen omdat die juist niet in chronologische volgorde wordt verteld en van perspectief verandert.
Ga van micro naar macro
Telkens als iemand op tv komt omdat hij iets spectaculairs of verrassends heeft gedaan, vindt een reporter vaak een buurman, familielid of een leraar die een detail in het leven van de persoon zal noemen: “Hij was altijd een verzamelaar – je weet wel, postzegels en bierblikjes”, zegt de oud-klasgenoot over de man die nu zes bijzondere Ferrari’s bezit.
Als je in fictie al vroeg iets vaststelt op microniveau (postzegels verzamelen), wordt het later geloofwaardiger voor de lezer als je ze het grotere, meer verrassende (een man die bijzondere Ferrari’s verzamelt) laat zien.
Deze tip heeft vooral te maken met het voorkomen dat verrassing als een truc wordt ervaren. Wat je doet, is het zaadje in het hoofd van de lezer planten, zodat het meer schokkende detail smakelijker wordt.
Zelfs als de lezer zich het microdetail niet herinnert, hebben ze het in hun onderbewustzijn opgeslagen, net zoals we details opslaan over de mensen die we kennen, zodat we dingen kunnen zeggen als: “Het verbaast me niet dat Annie over de hele wereld verhuist zonder het iemand te vertellen. Als student was ze ook soms zomaar verdwenen.”
Verrassing voor jezelf
In het korte verhaal “Good Country People” van Flannery O’Connor (voor zover ik weet niet in het Nederlands verschenen) steelt een bijbelverkoper het houten been van een jonge vrouw.
Toen O’Connor dit verhaal besprak in haar essay “Korte verhalen schrijven”, gaf ze toe dat ze niet wist dat hij het been zou stelen tot 10 of 12 regels voordat hij dat deed: “Dit is een verhaal dat de lezer een schok geeft. Ik denk dat de redenen hiervoor is dat het de schrijver een schok geeft.”
De meest verrassende momenten in mijn schrijfwerk zijn die momenten die ik niet had gepland. De uitdaging is om de lezer zo te verrassen dat de verrassing voor de lezer organisch voelt. Zodra een personage wordt gedwongen keuze te maken, kan de lezer meedenken en meevoelen. En ja, soms steelt een bijbelverkoper het houten been van een vrouw.
Laatste update 9 mei 2022 door Edwin