Natuurlijk ben je schrijver, ook als je niet elke dag schrijft. Het is meer dat ik weet dat ik geen auteur kan worden als ik niet elke dag schrijf. Er zijn mensen die een paar dagen per week, of zelfs een paar dagen per maand, kunnen schrijven met een boek als resultaat. Ik benijd die mensen en als jij er een van bent, zou ik willen dat ik jou was.

Mijn laatste verhaal, Zware Delicten, is alweer een paar maand oud. Meestal werk ik elke dag aan een verhaal. Ik maak aantekeningen op een kladblok als ik geen laptop in de buurt heb. Soms stuur ik mezelf een sms. Ik tel zelden het aantal woorden per dag, ik ga meer op mijn gevoel af. Wat ik wel doe, is plannen. Elke dinsdag- en donderdagmorgen kun je me van 9.30 tot 12.30 bij een lokale Van der Valk vinden. Dat is mijn routine. Het aantal woorden maakt me niet zoveel uit. Het belangrijkste is dat ik die tijd met mijn schrijfwerk doorbreng. Het belangrijkste is mijn routine volhouden.

Publicatie om auteur te worden

Toen ik mijn eerste verhaal publiceerde bij een uitgever kon ik niet wachten om het geld over te maken voor de verplichte tien exemplaren van het boek die ik zelf moest afnemen. Gespannen opende ik de doos om mijn eerste gepubliceerde verhaal te lezen in een echt boek. Ken je dat gevoel dat je een boek móet uitlezen, zo mooi of zo spannend is het? Dat gevoel had ik, behalve dan ik het verhaal geschreven had.

Dat verhaal schrijven was een magische ervaring, maar het was ook zo dat schrijven toen nog puur voor mijn plezier was. Het was voordat ik deadlines en verantwoordelijkheden had. Nu is schrijven werk, en hoewel het geweldig werk is, maakt dat het eigenlijke werk moeilijker en enger. Een dagje schrijven overslaan betekent mezelf openstellen voor zeurende zorgen over aan welk project ik ook maar werk: wat als mijn schrijfwerk niet echt goed is? Zal deze tekst, dit verhaal, die blog ooit het daglicht zien? Kan een verdwaalde typefout mijn carrière de nek omdraaien? Zal ik ooit auteur worden? De enige manier om de irritante zelfredacteur in mijn hoofd tot zwijgen te brengen, is door te blijven schrijven.

Vastloper

Toen ik het verhaal ‘Terechtigheid’ schreef, liep ik ergens in het Bloedsaaie Midden hopeloos vast. Ik wist dat ik iets op de pagina moest krijgen, maar de scène was helemaal verkeerd. Verkeerde tijd, verkeerd voor het verhaal, en het ergste van alles, ik wist niet wat wel zou werken. Na zo’n dag is het zo gemakkelijk om op te geven, te besluiten dat het verhaal dat ik schrijf slecht is, dat ik hier niet goed in ben, dat ik het nooit zal kunnen fixen. De hele volgende dag worstelde mijn geest met die vastloper. Toen ik mezelf de volgende keer zuchtend achter mijn laptop zette, lukte het me een plottwist eruit te jassen waar je u tegen zegt. Tot op heden is dat verhaal een van mijn favorieten.

Als ik schrijf, is de fictieve wereld die ik creëer altijd aanwezig, levend in mijn hoofd. Mijn onderbewustzijn houdt het vast en werkt er constant aan om plotgaten op te lossen, nieuwe wendingen toe te voegen, of erachter te komen wie de personages werkelijk zijn. Ik moet mijn verhaal openen, erin duiken en het elke dag met mijn vingertoppen en mijn geest aanraken, zodat het op de achtergrond meedraait. Zelfs een paar minuten, of een paar alinea’s, houden de wereld die ik creëer en de personages dag in dag uit bij me.

Ideeën

Ik heb zoveel geweldige ideeën gehad als ik aan het rondrijden was, of probeerde in slaap te vallen. Altijd als ik niet actief aan een verhaal denk. Het is nog steeds vers voor mij om eraan te knutselen en ermee te spelen. Dit gebeurt me vaak na slechte schrijfdagen waar ik weet dat er iets mis is met wat ik schrijf. Ik weet vaak waarom het verkeerd is, maar ik heb geen idee hoe ik het moet oplossen. Twaalf uur later valt, als ik aan iets heel anders denk, het antwoord plotsklaps in mijn schoot.

Schrijven is oefenen, oefenen en nog eens oefenen. Gewoon doen. Je moet je schrijfspier in beweging houden. Hoe meer je schrijft, hoe beter het gaat. Je leert valkuilen omzeilen, excuses om niet te schrijven te begraven en stopwoordjes te omzeilen. Show, don’t tell wordt makkelijk, net als beschrijvingen maken en karakters te ontwikkelen. Bovenal, schrijven wordt steeds leuker als je het vaker doet. Voor je het weet ben je auteur.

Ik kan geen auteur worden als ik niet elke dag schrijf
Tagged on:                                                                                 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *