Elk ‘schrijfwerk’ komt voort uit minimaal één idee. Hoe dat idee ontstaat is onmogelijk te verklaren. Wat er daarna gebeurt wel: Je gaat plotten. Een plot verzinnen. De blauwdruk van je boek. Een boekplan.

Elke schrijver droomt over de kanjer van een plot die hem een bestseller oplevert. Het plotten van een boek begint vaak als aantekening op een bierviltje. Als je boek af is, is het een web waarin alles gerangschikt is volgens jouw logica. Haal er één draadje uit en alles dondert in elkaar, net als dat je trui gaat rafelen als je een draad uit je breiwerk haalt.

Plotten is een lastig begrip. Er is geen algemeen stappenplan om fictie te plotten. De meeste schrijvers gebruiken verschillende methodes om een plot uit te werken. Vaak versterken die methodes elkaar. Schrijf veel, zodat je ervaring op doet om te begrijpen wat wel en wat niet werkt bij jouw schrijfideeën en schrijfambities.

Eén ding is zeker: Een plottwist moet altijd in dienst staan van het verhaal of de personages, niet andersom. Als je de volgende basisregels bij het plotten in gedachten houdt, ben je een stap dichter bij publicatie van je boek.

plottwist plotselinge dood
plotten

1. Je plot is jouw keuze in hoe je het verhaal wilt vertellen

Je plot is veel meer dan het verloop van je verhaal vertellen. Het is een reis voor je hoofdpersoon, een avontuur dat het leven van je hoofdpersonen op z’n kop zet. Via je plot laat je de progressie van karakters zien. Dat kan een fysiek doel zijn, maar ook de vervulling van een verlangen. Je plot is een avontuur en moet stevig in elkaar zitten. Elke zin van je boek moet noodzaak zijn. Of voor je plot, of voor je subplot, of voor een plotwending.

2. Je plot moet passen bij je hoofdpersonen

Andersom natuurlijk ook. Je zet Daniel Cleaver uit Bridget Jones natuurlijk niet in een sentimenteel verhaal over een mislukte relatie. Tenzij je dit op de een of andere manier kunt gebruiken in je verhaal. Zoek het juiste karakter bij elk plot. Forceer plot en karakter niet om samen te werken. Het is beter om ze elkaar te laten beïnvloeden. Dat maakt je verhaal sterker.

3. Bouw je plot op als een opeenvolging van heibel

Woorden als ‘herrie’, ‘bonje’, ‘gedoe’, ‘heibel’ of ‘conflict’ staat bij schrijvers bijna in hun bureau gegraveerd. Lezers willen iets meemaken. Ze zoeken spanning en sensatie. Scènes zonder bonje zijn saai. Scènes zonder enige vorm van heibel, zonder gedoe, megaklein of supergroot, kun je er beter uit laten. Je hoeft niet in elke scène een bom te laten ontploffen, maar zorg dat er iets verandert in het leven van een van je personages.

4. Je held moet een paar keer falen (verplicht)

Mensen lezen om spanning en conflict te ervaren. In de beste verhalen slaagt de hoofdpersoon zeker niet in het begin en soms zelfs niet op het einde van zijn avontuur. Wek de schijn van succes op bij je lezers en help dat succes om zeep met een plotwending die niemand ziet aankomen. Lezers blijven doorlezen als alles fout gaat voor je protagonist. Ze wachten tot het echte succes komt.

5. Besteed net zoveel aandacht aan je antagonist als aan je hoofdpersoon

Hiermee bedoel ik dat het verhaal van je hoofdpersoon zo interessant is als de antagonist het maakt. Een soort Superman of Spiderman tegen Calimero is oninteressant, tenzij je Calimero geloofwaardig onverwachte krachten weet te geven. Je antagonist is de voornaamste bron van heibel in je verhaal, omdat hij een ander doel heeft dan je hoofdpersoon. Dit is de reden dat ze lijnrecht tegenover elkaar komen te staan. Dit komt het beste naar voren als je antagonist heilig overtuigd is van zijn of haar gelijk.

6. Lezers kicken op verrassing

Dus gooi alle remmen los. Gebruik plottwisten, wees ondeugend, gemeen, fel wat dan ook. Verraste lezers praten over je verhaal of boek en maken er graag promotie voor. Het is de beste promotie die je kunt krijgen: mond-tot-mondreclame opent de deur naar een bestseller.

7. Toeval is dodelijk

Lezers hebben een bloedhekel aan toeval, of een Deus ex Machina. Natuurlijk gebeurt er wel eens iets toevalligs in het echte leven. In je verhaal of je boek lijkt het de makkelijke oplossing voor de luie (of erger nog: de inspiratieloze) schrijver. Lezers knappen er op af, geloof me.

8. Heibel kan innerlijk zijn, of persoonlijk, maar ook van buiten komen

Hier kun je de stap zetten van schrijver naar auteur. Heibel, of conflict, kan innerlijk, persoonlijk of extern zijn. Alles wat je karakters uitspoken heeft gevolgen en leveren soms spectaculaire situaties op. Breng de heibel verder dan “The Force” tegen “The Empire”. Neem ook de persoonlijke conflicten van Luke Skywalker mee, zeker als hij ontdekt dat Darth Vader zijn vader is. Dan wordt het innerlijk. Brei deze vormen van conflict op een natuurlijke wijze in je verhaal en je schrijft echt een verhaal dat alles in zich heeft om een bestseller te worden.

9. Pas je het personage aan, of je plot?

Een plot volgt je personages en je ruimte. Je kunt er natuurlijk achter komen dat je je ideeën over personages en ruimte moet aanpassen. Denk daar donders goed over na. Soms kun je beter je plot aanpassen dan je personage. Als je hoofdpersonage belazerd moet worden, bedenk dan goed wie de bedrieger is. Het liefst kies je natuurlijk voor iemand in zijn of haar buurt. Iemand die vertrouwen geniet. Dan komt de klap harder aan. Verzin niet zomaar een extra personage.

10. Zoek naar tragische belevenissen die één of meerdere hoogtepunten kunnen vormen in je boek.

Schrijf van hoogtepunt naar hoogtepunt. Zorg dat ze op de juiste momenten vallen: op 1/3 van je verhaal, of op 4/5. Maak er een spanningsschema voor. Schrijf de rest van je verhaal rondom je tragische belevenissen: schrijf er naartoe.

11. Tragische belevenissen werken op verschillende manieren.

Ze zijn van belang voor je verhaal en personages én beïnvloeden je andere personages en hun belevenissen. Bij de meest dramatische hoogtepunten komt alles bij elkaar en beïnvloedt alles en iedereen.

12. Volg je intuïtie en buikgevoel.

Meestal leiden ze je in de juiste richting.

13.Twijfel

Als je twijfelt bij een mogelijke tweedeling in je verhaal (bijvoorbeeld omdat je gevoel je iets anders ingeeft dan je oorspronkelijke ideeën), schrijf dan op hoofdlijnen hoe je verhaal in beide richtingen verder zou kunnen gaan. Kies voor de sterkste, meest bijzondere variant.

verveel je niet

Binnen Wryter besteden we veel aandacht aan het schrijven van het allerbeste verhaal dat je in je hebt. Schrijven is vooral doen. Onze schrijfmodules Dijken van Dialogen, Het geheim van de Wauw-Factor en De Perfecte Opening zijn je zeker behulpzaam. Wil je nog geen lid worden? Download dan één of meerdere van onze modules.

Dan nog even over outlinen

Er zijn schrijvers die een compleet schema maken en vele pagina’s aantekeningen maken. Jeroen Windmeijer is er één van. En je hebt schrijvers die gewoon gaan zitten en schrijven, zoals Stephen King.

In het kort schets ik je hier de voor- en nadelen van outlinen:

1. De outline of hoofdstukindeling

Outlinen, of een hoofdstukindeling maken, wordt vaak ingegeven door je werkwijze en je genre: schrijf je naar plot, of volg je personages? Een outline is zeker handig bij ingewikkelde verhalen met complexe plots.

2. Als je schrijft vanuit je personages dan kun je ontdekken wat ze in de verloop van je verhaal gaan doen.

3. Schrijf je outline tijdens het schrijven

Je kunt ook een outline schrijven tijdens het schrijven van je verhaal, of als je het af hebt, om duidelijk te krijgen wat je precies gedaan hebt, waar je verhaal naartoe gaat en welke zwakke punten er in zitten.

4. Schrijf lezersreacties

In plaats van het verhaal te outlinen, kun je ook mogelijke lezersreacties opschrijven. Welk effect moet je verhaal op je lezers hebben? Schrijf die op voor de verschillende fases van je boek.

5. Zonder outline kom je ook een heel end.

Je kunt een Google Maps kaart gebruiken en daar de bewegingen van je personages in de verschillende fases van je verhaal op intekenen. Of je personages neerzetten en hun relaties, gevoelens en handelingen in kleuren intekenen. Zo krijg je een spinnenweb als je de kaarten uitprint op doorzichtig papier en op elkaar legt.

6. Een derde methode is het tijdverloop.

Teken een balk met de tijd die je verhaal in beslag neemt. Zet links je personages. Schrijf op wat ze aan het doen zijn. Teken in hoe je personages met elkaar te maken hebben.

7. Geef bij je plotten aan wat je kunt overslaan.

Achtergronden die je vaag kunt houden, of bijfiguren die half in het duister voorbij komen. Verhaallijnen die je met een enkele penseelstreken kunt optekenen.

8. Als je met een outline werkt, laat die dan onzichtbaar blijven in je verhaal.

Je wilt je lezers grijpen met je verhaal, niet met je duivels slimme plotideeën.

Plotwendingen zijn geweldig om je lezer op het puntje van de stoel te houden. Zorg ervoor dat ze werken aan de hand van de volgende 4 checks.

1. Heb je hints gegeven?

Voordat je de plotwending introduceert is het belangrijk dat je hints geeft. Een plottwist moet aanvoelen als een puzzel waarbij je het laatste stukje vindt en het past ook nog. Als je geen hints geeft dendert een plotwending plompverloren je verhaal binnen en dan werkt hij niet.

2. Klopt het doel van je plotwending?

Je kunt een plotwending inzetten voor een schokeffect, maar dat werkt zelden. Het doel van je plottwist moet altijd zijn: de stukjes van de onverwachte puzzel in elkaar passen. Als lezers in de war raken door jouw manier van plotten, schiet je je doel voorbij. De lezer raakt de draad van je verhaal kwijt. Het duurt tijdje voor je hem of haar terug hebt. Als je dat al lukt…

3. Investeer voor je omkeert

Als je wilt dat je plottwist werkt, raad ik je aan tijdens het plotten eerst te investeren. Wil een afrekening indruk maken, dan moet je lezer al in de personages hebben geïnvesteerd. Ze moeten investeren in de personages, zich een oordeel kunnen vormen.

Pas dan krijgt een plotwending impact. Bijvoorbeeld het moment dat de deur van de gevangenis opengaat en modelgevangene Andy Dufresne, het lievelingetje van de directeur, op onverklaarbare wijze is verdwenen (The Shawshank Redemption). Een voorbeeld van een geweldige plottwist.

4. Zorg dat je plotten bij het personage en/of het verhaal past

Je moet ervoor zorgen dat de puzzelstukjes passen en dat je lezers in een personage hebben geïnvesteerd voordat je een plottwist in gang kan zetten. Let erop dat die puzzelstukjes goed in je verhaal passen. Bewaak de logica. Andy Dufresne kreeg pas de bedoeling te ontsnappen nadat hem duidelijk was geworden dat het systeem niet deugt. Zodra iets geforceerd overkomt op de lezers, haken ze af. Voor jouw boek of verhaal, tien betere boeken of verhalen, denken ze dan. Dus als je gaat plotten, neem het serieus.

plotten heroverweeg
Plotten is serieus werk